De oud-directeur van De Hermitage in Amsterdam, Ernst Veen, heeft een droom verwezenlijkt. Hij heeft een tv-serie mogen maken over de mooiste beeldentuinen ter wereld. Op verschillende uithoeken van de wereld heeft hij eigenaren bezocht, die op hun landerijen buiten kunst tentoonstellen in een natuurlijke setting. Het was een heel bijzondere serie om te volgen omdat er niet veel mensen zijn die én over visie én over het geld beschikken om een dergelijke beeldentuin te kunnen creëren. Tuinen van Verwondering heet de serie. Wat mij betreft ontbrak één tuin aan het rijtje. Die heb ik dus maar zelf bezocht.
In een vreselijk onweer reden we Duitsland in met een auto zonder deuren en alleen een dakje. Ieder aan een kant natgeregend kwamen we aan op de parkeerplaats van Museum Insel Hombroich, een half uurtje van Venlo. Daar brak voor ons, mijn vrouw en mij, letterlijk en figuurlijk de zon door. Wat een prachtige plek! En wat een fantastische manier om kunst en natuur met elkaar te verbinden, of liever gezegd: elkaar door afzondering te versterken.
Op het terrein staan verschillende paviljoens die opgetrokken zijn uit robuuste bakstenen wanden, als flinke blokken. Ondanks dat gaan deze gebouwen helemaal op in het landschap alsof ze daar als vanzelf terecht zijn gekomen. Er lopen eenvoudige grindpaden over het landgoed dat je van het ene gebouw naar het andere brengt. Zonder verwijzingsbordjes, want die worden als storend en overbodig beschouwd. Trouwens, bij de entree krijg je een heel duidelijke plattegrond mee. Overigens zouden ze in de echte wereld ook eens wat minder borden mogen plaatsen, want het wordt zo langzamerhand een overkill aan routepaaltjes. Maar dat terzijde.
Ben je buiten, dan openbaart zich het landschap met prachtige doorkijkjes. Voorbij elke bocht is het uitzicht weer anders. De beplanting is heel natuurlijk gehouden, schijnbaar zonder menselijk ingrijpen. Toch ligt er een doordacht plan aan ten grondslag met bijzondere keuzes. Omdat de waterstand heel hoog wordt gehouden, kunnen waterminnende planten als Irissen, Rodgersia, Salvia en Gunnera welig tieren. Over de velden ligt een paarse zweem van de Lupine.
Er staan bomen als Populier, Wilg en Els, mooi afgewisseld met Vlieren, die nu bloeien en heerlijk ruiken. De Treur-essen zijn inmiddels zo groot dat ze als prieel ruimte bieden aan tafels en stoelen, waar je in de schaduw van je kopje koffie en de omgeving kunt genieten. Op hoger gelegen gedeeltes staan Eiken en Tamme Kastanjes, die bewust niet worden opgesnoeid en daardoor hun natuurlijk vorm mogen ontwikkelen.
Het wonderlijke was, dat als je eenmaal in een paviljoen was, er geen verbinding was met buiten. Binnen stond de kunst volledig op zichzelf, voor witte wanden en wit marmeren vloeren en gewitte dakramen. Het was net alsof de weg door de natuur, met de uitbundigheid en veelheid, je voorbereid op de verstilling en de details van de getoonde kunst. Alsof je in een keer meer ziet, meer open staat voor wat er is. Opvallend is ook dat in de paviljoens waar wel ramen inzitten, geen kunst binnen staat. Het uitzicht op de natuur is de kunst.
En eigenlijk werden we ons pas bewust van het basale, het pure in de eenvoud, toen we het gebouw van de kantine binnenstapten. Voor de gasten van het museum staat er een eenvoudig buffet klaar. Niets overdadigs, vooral niet, maar zeer smaakvol en voedzaam. Een mand met appeltjes, pruimenstroop, roomboter, reuzel met spekjes, warme gekookte aardappelen, appelmoes en sneetjes van verschillende soorten brood. Er is koffie, thee en flessen mineraalwater. En alles met een zweem alsof het zelf geoogst en gekookt is. Meer heeft een mens niet nodig. Meer is overdaad in deze omgeving.
En weer heel opvallend: er hangen geen bordjes of verwijzingen, en toch weet iedereen hoe het werkt. Aangebroken waterflessen worden weer teruggezet, de kartonnen borden en bekers gaan in een vuilnisbak. Hoewel met het mooie weer iedereen buiten een plekje zoekt om te eten, ligt er nergens rommel.
We zijn een ervaring rijker. Wij hebben ons verwonderd over eenvoud, dat toch zo rijk kan zijn en rust geeft. Inspirerend voor een tuinenmaker, dat kan ik u verzekeren. U vindt het een half uur achter Venlo. Of, als u wilt, zelfs in uw eigen tuin.
Smaakt dit verhaal naar meer? Dat kan: lees Pap, de column van mei 2017
Iedere maand automatisch (vrijblijvend en tot wederopzegging) de column toegestuurd krijgen?AANMELDEN
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.