Als hovenier heb je zoveel raakvlakken met andermans leven en werk, dat er altijd wel wat te vertellen valt. We zijn inmiddels aanbeland bij de letter C. De C van:
Chrysanten
Het is weliswaar alweer een maand geleden, maar ik denk dat mijn moeder er wel weer aan heeft gedacht: de chrysanten van Allerzielen. Toen ik nog klein was had mijn vader niet alleen een hoveniersbedrijf en een kwekerij (dat je nu tuincentrum zou noemen), maar verkochten we ook snijbloemen en kamerplanten. Het was toen heel gebruikelijk om met Allerzielen een bolchrysant op het graf van een dierbare te zetten. Die kocht men dan bij ons en vroegen vaak gelijk of wij die dan wilden neerzetten op de graven waarvoor ze bedoeld waren. Ach, in een dorp wist je allicht wie van wie familie was en waar je op de begraafplaats moest zijn, dus dat wilden ze dan wel doen. De avond tevoren gingen mijn vader en moeder samen al die chrysanten wegbrengen, zodat die er al stonden voordat de klanten kwamen kijken. “Daar was je zomaar niet mee klaar en het was altijd koud met zo´n snijdende wind”, staat haar nog scherp voor ogen. “En steevast ging dan de volgende dag de telefoon: waarom die chrysant er niet stond? Ja, die was natuurlijk weggewaaid. Met een sierpot was dat niet gebeurd, maar die wilden ze er natuurlijk niet bij kopen”, zei ze dan met een betekenisvolle blik.
Mooi idee wel dat op een graf verderop er misschien dan een chrysant aanwaaide, die er anders niet was neergezet omdat er nooit meer iemand kwam.
Compositie
Een muziekstuk wordt gecomponeerd door het combineren van tonen en instrumenten. Een componist zoekt naar thema’s, klankkleuren en sentimenten en maakt daar een geheel van. U voelt het al aankomen: een architect/ontwerper doet niet anders. Ook hij/zij zoekt naar een invulling van de ruimte, die past bij de gebruiker en de omgeving en vult dat in met materialen, beplanting, zichtlijnen, hoogtes en laagtes, grapjes en originele oplossingen en maakt daarvan een compositie. Waar het om gaat is dat al die zaken op een juiste manier wordt neergezet, in de juiste hoeveelheid en de goede verhouding. En als dat klopt, dan is het net of het altijd zo is geweest en zo moet blijven.Tijdens mijn jury-rondes door Nederland noemden we dat het ‘wouw-effect’, dat je als het goed is meteen bij binnenkomst krijgt. We kwamen ook wel in een prachtig vormgegeven tuin, die ogenschijnlijk helemaal klopte, maar waar de bewoners toch zelf het een en ander aan hadden toegevoegd (plantenbakken ofzo) omdat ze dat blijkbaar toch misten. Zoals de restaurantgast die om ketchup vraagt. Dat is niet zozeer de slechte smaak van de gast, maar een inschattingsfout van de kok, die het gerecht blijkbaar wat zoeter had moeten maken. Da’s waar, het is allemaal een kwestie van smaak.
Cultivar
De namen die men door de eeuwen heen aan planten heeft gegeven verschillen soms van dorp tot dorp. Gelukkig heeft de Zweedse bioloog Carolus Linnaeus (1707-1778) ooit het classificatiesysteem bedacht en alle planten met Latijnse namen ingedeeld. Als eerste de geslachtsnaam met daarachter de soortnaam. Dat kan een vernoeming zijn naar de ontdekker bijvoorbeeld. Denk maar aan de toevoeging Sieboldii. Dat verwijst naar jonkheer Philipp Franz Balthasar von Siebold, die in het voor de buitenwereld nog afgesloten Japan verschillende nog onbekende soorten planten ontdekte en naar Europa heeft gebracht: Hosta siboldiana en Primula Soboldii bijvoorbeeld. Maar dat is nog niet genoeg, want de variëteiten (de Cultivars) krijgen ook een naam. Zijn de eerste 2 namen in het latijn, de naam van de cultivar, de varieteitsnaam, mag een zelfverzonnen naam zijn in iedere gewenste taal. En ook zo komen we Siebold weer tegen: Magnolia parviflora Siboldii. Hij was duidelijk een belangrijke planten-man. Zo worden er regelmatig nieuwe tulpen ‘uitgevonden’ die de naam meekrijgen van een bekend persoon. Leuk als dat een populaire plant wordt.
Het kunnen natuurlijk ook zelfverzonnen namen zijn die terugslaan op de plant zelf: Heuchera Plum Pudding (kleur), Hydrangea macrophylla ‘Endless Summer’ (oneindig lang bloeiende hortensia), of een roos met de prachtige toevoeging: Zephirine Drouhin. Ik betrap me er op vaak eerder die leuke derde naam te kennen dan de riedel die ervoor komt. Maar laat u niet foppen. Een mooie naam wil nog niet zeggen dat het een mooie plant is. Wat doet u als Aegopodium podagraria voor uw deur staat? Dan heeft u niets aan de Colportage-wet (met een C).
Smaakt dit verhaal naar meer? Dat kan: lees Bee-tjes, de column van november 2017
Iedere maand automatisch (vrijblijvend en tot wederopzegging) de column toegestuurd krijgen?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.